De motivatie

Altijd heb ik al iets met taal gehad. Dit gevoel voor taal begon in het begin van mijn middelbare schooltijd naar buiten te komen. Ik schreef wel eens gedichtjes, maar ik vond ze zo slecht dat bijna niemand die te lezen kreeg. Ook schreef ik korte verhalen, en had hele plannen om boeken te schrijven. Eén keer heb ik zelfs meegedaan aan een schrijfwedstrijd, maar daar heb ik nooit iets over gehoord. Andere beginnetjes aan boeken zijn nooit uitgegroeid tot iets serieus. Rond mijn 15e zakte ik een zwart gat in. Mijn verkering liep niet lekker en ging uit. Langzaamaan werd ik depressief, zag het nut van het leven niet meer in. Aan de buitenwereld liet ik dat niet merken, de meeste mensen hadden niks door. Ik vertrouwde niemand genoeg om over mezelf te praten, zelfs dingen opschrijven over mezelf was lastig. Toch schreef ik korte verhalen, veelal geïnspireerd door nachtmerries, die zo negatief waren dat ik er zelf van schrok.
Ik weet niet meer wanneer het was, maar mijn oom werd ernstig ziek en overleed. Dit was een zeer heftige gebeurtenis voor de hele familie. Volgens mijn moeder heb ik in die tijd een zeer negatief gedicht over dit overlijden geschreven, maar zelf weet ik daar niets meer vanaf. Later, tijdens een andere begrafenis, schoten de beelden van mijn ooms begrafenis over mijn netvlies. Met die inspiratie schreef ik één van mijn eerste gedichten waar ik wel tevreden over was: ‘Het schijnt dat je bleek was’. Ondertussen was ik mezelf meer open gaan stellen voor mensen en durfde ik steeds meer tegen mijn vrienden te vertellen. Ook schreef ik steeds meer gedichten, ik liep over van de, voornamelijk negatieve, inspiratie. Gedichten als ‘Zaterdagavond’ kwamen hier uit voort. In die tijd heb ik me ook aangemeld op een aantal fora, en leerde ik mensen via internet kennen. Ook aan hen liet ik gedichten van me lezen. Mensen waren geschokt, geraakt, ik kreeg complimentjes. Hierna begon ik me te realiseren dat mensen mijn werk wilden lezen. Ik begon weer licht te zien in mijn leven. Vrolijke gedichten als ‘Dood hout’ en ‘Toiletpapier’ kwamen op papier.
Toen ik las dat 1001gedichten.nl, een van de sites waar ik mijn gedichten plaats, ook een uitgeversservice begonnen was, was ik razend enthousiast. Ik wilde mijn eigen gedichtenbundel! Ik legde het idee voor aan mensen op andere fora, en een aantal mensen deelden mijn enthousiasme. Het idee begon vastere vormen aan te nemen.
Op een gegeven moment had ik 18 gedichten, en ik vond dat dat wel genoeg was voor een gedichtenbundel. Mensen in mijn omgeving dachten daar anders over, en ik legde mijn probleem voor aan mensen via internet. Uiteindelijk besloot ik nog 10 extra gedichten te schrijven, om zo 28 gedichten in de bundel te plaatsen. Uiteindelijk had ik zo veel inspiratie dat ik bij 31 gedichten mezelf een halt toe moest roepen. Mensen hadden nu wel lang genoeg gewacht. Een intensief proces van uitgeven, verbeteren en communiceren met geïnteresseerden volgde. Op 26 oktober 2012 was het eindelijk zo ver: de bundel ‘Toiletpapier’ was te koop voor het publiek!